Het museum probeert een beeld te geven van wat er is gebeurd tijdens en na de overstroming van 1 februari 1953.
Het museum is gevestigd in een van de vier caissons die zijn
gebruikt voor het sluiten van het laatste gat in de dijken. Het sluiten
vond plaats op 6 november 1953. De donateurs zijn verenigd in de
"Vrienden van het Watersnoodmuseum ", die aanschaf en uitbreiding mede
mogelijk helpen maken. Zij hebben gratis toegang.
De caissons die
hiervoor werden gebruikt waren afkomstig uit Engeland en oorspronkelijk
bestemd voor een landing van de geallieerden bij Oostende in België,
die nooit is gerealiseerd.
De caissons zijn eigendom van het
Waterschap Zeeuwse Eilanden en in erfpacht bij de Stichting Nationaal
Monument Watersnood 1953, die het museum exploiteert.
Caissons
zijn eigenlijk betonnen boten. Deze zogenaamde Phoenix-caissons zijn 60
meter lang, 20 meter breed en 20 meter hoog. Na op hun plaats te zijn
gebracht, werden ze gevuld met zand, zodat u nu in het museum over
dertien meter zand loopt.
Het museum wordt opengehouden dankzij de inzet van heel veel vrijwilligers.